Meal prepping betekent dat je een maaltijd (of een deel daarvan) alvast voorbereidt voor een later moment. Zo kan je bijvoorbeeld op één dag alle maaltijden koken voor de hele week, of een deel van een maaltijd alvast maken en invriezen voor later. Je kunt bijvoorbeeld groenten vast snijden, vlees alvast bereiden, pasta of rijst alvast koken of van te voren een soep, éénpansgerecht of pastasaus maken. Ook kan je alvast je ontbijt of lunch voor de volgende dag maken. Er zijn verschillende vormen van mealprepping. 

Voor wie?

Meal preppen is erg handig voor mensen die weinig tijd hebben. Mensen met een drukke baan of mensen die veel sporten. Bijvoorbeeld als je laat thuis komt na het werk en geen zin of tijd meer hebt om te koken, of in de ochtend vroeg moet opstaan en eten wilt meenemen naar je werk. Langzaam aan gaan nu steeds meer mensen weer naar het werk en kinderen naar school. De tijdsplanning zal dan weer veranderen. Het kost wel tijd op het moment dat de maaltijden worden voorbereid, maar op het moment van eten scheelt het juist veel tijd. Ook voor de mensen die (nog) veel thuis zijn, is meal prepping een uitkomst. Er is meer tijd over voor andere activiteiten die je wilt doen of het is handig wanneer je toch de neiging hebt om langer door te werken.

Waarom?

Naast dat het tijd scheelt, kan het ook kosten besparen, omdat je veel dezelfde ingrediënten gebruikt. Verder kan het handig zijn als je gezonder wilt eten. Wanneer je voor de hele week gezonde recepten maakt, is het minder verleidelijk om een minder gezonde, snelle (kant-en-klare) maaltijd te kopen op het moment zelf. Tot slot is het handig met het oog op voorkomen van voedselverspilling. Als er bijvoorbeeld groenten of aardappelen overblijven, dan kun je dit gemakkelijk invriezen of verwerken door je gerecht van de volgende dag.

Adviezen

1. Kies een goed moment om voor te bereiden, voor sommige mensen is dit een vaste dag in het weekend. Kies hoeveel maaltijden je gaat maken en wat je wilt maken.
2. Hou bij het kiezen van je gerechten rekening met wat er nog in de koelkast ligt of welke restjes of maaltijden je nog op voorraad hebt. Dit kan je mooi gebruiken om verspilling te voorkomen.
3. Zorg dat je voldoende afsluitbare bakjes hebt. Stickers voor op de bakjes zijn ook handig. Op de stickers kan je vermelden wat er in het bakje zit en wanneer het is gemaakt of ingevroren, of tot hoe lang het nog houdbaar is, of op welke dag je het gaat eten.
4. Laat eerst het eten afkoelen, maar zet het daarna meteen in de koelkast (of vriezer).
5. Je kunt eten 2 dagen in de koelkast bewaren. Als je het langer wilt bewaren dan kan dat in de vriezer.
6. Laat je eten in de koelkast ontdooien.
7. Als je de maaltijden wilt gaan eten is het belangrijk om deze goed te verhitten in een pan of in de magnetron.
8. Probeer te variëren met producten, zo houd je het leuk en afwisselend. Verwerk overgebleven groenten op de volgende manieren:
   – door een (maaltijd)salade
   – op een wrap
   – door een soep
   – door een omelet
   – door een éénpansgerecht
   – door een (pasta)saus
   – op de boterham (lekker met kaas of hummus)

Recepten en voorbeelden

Heb je meer praktische voorbeelden nodig of leuke recepten? Vraag het aan jouw diëtist! Zij kan jou meer informatie en tips geven. Of bekijk hier al onze recepten terug.

diëtiste